Henri Broeren was in 2017 verantwoordelijk voor de fusie van W2 Poppodium, Muziekcentrum De Toonzaal en Willem II Fabriek. Na drie jaar is Willem Twee een culturele organisatie van formaat geworden in Den Bosch. Naast hun artistieke programmering zijn ze gestart met zakelijke verhuur. Dit levert niet alleen inkomsten op, maar blijkt ook een goede zet te zijn geweest om nieuwe publieksgroepen te bereiken. In dit pre corona-interview vertelt Henri Broeren over de eigenzinnige aanpak van Willem Twee. “We zijn een dynamische locatie geworden waar ruimte is voor experiment,” zegt Henri.
In 2017 lag bij jou de verantwoordelijkheid om drie organisaties samen te brengen. Hoe ben je te werk gegaan?
“We hebben twee gebouwen. Naast de oude sigarenfabriek is er de voormalige synagoge waar wij de Toonzaal hebben. Dit is een podium voor klassieke en jazzmuziek. In 2015 kreeg ik een brief dat dit podium wegbezuinigd ging worden door de gemeente. Ik heb toen de gemeenteraad toegesproken en gevraagd of ik een jaar de tijd mocht krijgen om een mogelijk samengaan van dit podium met W2 poppodium en Willem II Fabriek te onderzoeken.
Door te fuseren, konden we kosten besparen. De beeldende kunstexposities trokken aanvankelijk weinig bezoekers want mensen liepen gewoonweg niet bij ons naar binnen. Ook de concerten trokken met name een vast publiek. Door met zakelijke verhuur te starten, kwam er meer aanloop van bezoekers. Ik had de oude directiekamer van de fabriek gekregen, maar ik was daar weinig. Daarom zijn we deze ruimte gaan verhuren voor vergaderingen. We hebben inmiddels zeven vergaderkamers. We doen zo’n 300 concerten per jaar; er blijven dus veel avonden en dagen over om de zalen te verhuren voor congressen en evenementen. Dan hebben we ook nog de Toonzaal in de binnenstad.”
Welke functie heeft Willem Twee voor Den Bosch?
“Onze functie is veranderd in de stad. Als losse organisaties waren we tamelijk onbekend; nu zijn we een culturele instelling van formaat. We merken dat we door de zakelijke verhuur steeds meer bezoekers trekken die terug blijven komen. Het lunchcafé is beter gaan lopen, mensen werken in onze Spiegelzaal (entree van Willem Twee) en de tentoonstellingen worden beter bezocht. We worden financieel gezonder en dat is goed voor de kunst.”
Hoe houd je balans tussen je eigen artistieke programmering en de zakelijke verhuur?
“In 2017 hadden we 85 verhuringen, dit jaar verwachten we over de 600 te gaan. Ondanks de toename, gaat de inhoud bij ons altijd voor. We laten geen verhuringen voor gaan op concerten en exposities. Over de planning van de verhuur maken we in onze organisatie heldere afspraken. Op vrijdag en zaterdag zijn er, buiten de zomermaanden, concerten. Dan is er meestal geen ruimte voor een externe partij tenzij we het kunnen combineren. We nemen de programmeurs altijd mee in de ideeën die er zijn zodat er geen afstand ontstaat tussen twee afdelingen. Iedereen is verantwoordelijk voor het geheel. Ik weet dat er podia zijn waar de programmeurs de zakelijke verhuur beschouwen als iets dat er eigenlijk niet bij hoort en enkel voor de commercie is opgezet. Dat hebben wij niet omdat de verhuringen voor ons van levensbelang zijn om door te kunnen gaan. Daarnaast levert het ons dus ook nieuw publiek op.”
Komend jaar verwachten jullie dus beduidend meer verhuringen dan voorgaande jaren. Waar wil je naartoe als organisatie?
“We willen meer verhuringen doen, maar ook een stabiel cultureel aanbod hebben. Daarnaast zetten we in op professionalisering van onze organisatie. We zijn een dynamische locatie geworden waar ruimte is voor experiment. We zijn een hippe plek. Bedrijven vinden het fijn om hier te vergaderen. Er is altijd wel iets nieuws te zien als ze komen. Voor ons als culturele instelling is het belangrijk dat we de drempels kunnen verlagen en de verhuur draagt daaraan bij. Het levert ons tegelijkertijd ook inkomsten op en dit biedt de mogelijkheid om nieuwe projecten op te zetten en leert ons eveneens om op een andere manier zaken te doen. We proberen allemaal de meerwaarde van de verhuur te zien, ook de programmeurs en curatoren. Als je het nut van zakelijke verhuur over het voetlicht hebt gebracht en alle neuzen staan dezelfde kant op dan gaat het goed.”
Tekst: Anika van de Wijngaard
Comments